Horecaketen ’t Zusje heeft dankzij Van der Velden geen omkijken meer naar vetafscheiders.

Met de opening van ’t Zusje Maastricht telt de keten 34 goedlopende restaurants. Die hebben zonder uitzondering een vetafscheider, waarvan het merendeel door Van der Velden geplaatst is en onderhouden wordt.

Het plaatsen van een nieuwe vetafscheider gaat altijd volgens een vast stramien. Er wordt een geschikte plek gezocht, de put wordt aangelegd en daarna wordt een inschatting gemaakt van het aantal benodigde ledigingen. Dat is meestal tussen de 6 en 8 maal per jaar.

Soms moet met een camera-inspectie eerst uitgezocht worden hoe een nieuwe vetput het beste aangesloten kan worden. En ook over dat proces is Van der Lee zeer te spreken. 

Daarna komt de praktijksituatie en -beoordeling. Van der Lee kijkt bij de eerste lediging altijd mee, om het aantal ledigingen af te stemmen. Dat wordt dan contractueel vastgelegd. “En daarna heb ik er eigenlijk geen omkijken meer naar”, vertelt hij.

Want daarna gaat alles als vanzelf: Van der Velden ontzorgt de klant door zelf een voorstel voor lediging te doen op basis van de inschatting. De klant hoeft enkel de afspraak te bevestigen (of een nieuwe datum in te plannen) en de lediging is een feit.

Dat wil niet zeggen dat er nooit complicaties zijn. “Vroeger werd ik soms van de ene naar de andere vestiging gestuurd als ik belde”, vertelt Van der Lee. “Maar tegenwoordig is dat echt beter.” En zo leert ook Van der Velden van de verhalen van klanten.

Een andere complicatie die weleens optreedt is dat een vetafscheider niet vergund wordt op de gewenste plek. Vaak is dat gemeentegrond; onder de openbare weg. “Het liefst beginnen wij natuurlijk in panden die al een vetput hebben. Want die hebben ook een horecabestemming”, licht Van der Lee toe. “Maar dat is niet altijd zo.”

In dat geval moet zo’n put aangelegd worden. En ook daarbij ondersteunt Van der Velden de horecaketen.

Geen verrassing dus dat sinds de start in 2010 ’t Zusje en Van der Velden al naar tevredenheid zaken met elkaar doen. “Waarom zou je iets veranderen wat al goed is?”, vraagt Van der Lee zich hardop af.

Opent een nieuwe vestiging van de keten, dan beveelt Van der Lee dan ook als eerste Van der Velden aan. “De individuele vestigingen zijn vrij te kiezen wie ze willen, maar dan moeten zij zelf contact leggen. Ik heb de contacten bij Van der Velden al.”